In Drenthe kennen we een aantal niet vitale vakantieparken. Er wordt niet of nauwelijks gerecreëerd, dus ligt een andere bestemming voor de hand. Maar dit zogenaamde transformeren is makkelijker gezegd, dan gedaan. Het is een vaak kwestie van lange adem. Toch zijn er in 2020 een aantal flinke stappen gezet.

“We liggen mooi op koers”, aldus transformatieadviseur Gerben Rouwenhorst van de Taskforce Vitale Vakantieparken Drenthe. “Volgens een onderzoek van ZKA Leisure Consultants telt Drenthe zo’n 100 niet vitale vakantieparken. Met de helft daarvan zijn we actief in het transformatieproces.” Vaak zijn het de parken zelf die aankloppen bij de gemeente met de vraag of ze een andere bestemming kunnen krijgen. In de meeste gevallen gaat het om een wens tot legalisering van permanente bewoning. Rouwenhorst: “Tot voor kort was dat onbespreekbaar voor de gemeenten en de provincie, maar het beleid kantelt langzamerhand. Drenthe loopt hierin landelijk echt voorop!”

Meters

Een veel gehoorde klacht van de parken, is dat een transformatie zo traag verloopt. Maar vorig jaar zijn er met een door Rouwenhorst ontwikkeld Stappenplan flink wat meters gemaakt. “Het is een instrument geboren uit logica en ervaring”, zegt de adviseur. De inzet van het Stappenplan heeft als een katalysator gewerkt. Tot tevredenheid van parken en gemeenten.

Volwassen, eigen visie

Erik Mosterman van de gemeente Noordenveld heeft het Stappenplan met succes ingezet op bungalowpark Oosterduinen in Norg. Het park telt 430 woningen, waarvan ongeveer de helft permanent wordt bewoond. De andere helft is vooral in gebruik als tweede huis. “De goed georganiseerde Vereniging van Huiseigenaren (VvH) zet in op kwaliteitsverbetering voor het gebied met een woonbestemming voor die percelen die dat willen. De VvH heeft een heel volwassen, eigen visie ontwikkeld”, zegt Mosterman. Dat heeft o.a. geresulteerd in de vorming van allerlei werkgroepen die zich bezighielden met de bereikbaarheid voor hulpdiensten, de vindbaarheid van woningen, de verkeersveiligheid, enzovoort. “Ze ontwikkelden zelfs een ‘Bospaspoort’”, vertelt Mosterman, “waarin allerlei gedragsregels zijn opgenomen. Denk bijvoorbeeld aan het perceelonderhoud.”

Draagvlak

“Wat wel altijd een lastig onderwerp is binnen transformatieprocessen, is draagvlak,” vervolgt Mosterman. “Op Oosterduinen is 60% van de bewoners lid van de VvH, de rest niet. Conform het Stappenplan wordt momenteel gewerkt aan een helder Streefbeeld. Iedere stap op weg naar dat einddoel wordt gecommuniceerd met alle bewoners. Zo wordt iedereen meegenomen in het proces en creëer je tegelijkertijd draagvlak.”

Borging

Een andere, heel belangrijke kwestie is ‘borging’. Rouwenhorst vroeg zich af of het eerder genoemde Streefbeeld en Bospaspoort met zijn gedragsregels wel juridisch te verankeren is. Daarom worden deze plannen voorgelegd aan een aantal deskundigen. “Hoe lang het nu nog duurt voordat we een nieuw bestemmingsplan hebben voor Oosterduinen? Ik denk dat we nog zo’n anderhalf tot twee jaar bezig zullen zijn,” besluit Mosterman.